Creativiteit
Hans Kokhuis
(Voor enkele hoofdstukken van het tao, druk hier)
(Voor Engelstalige versie van inleiding, druk hier)
Inleiding
De Tao van Creativiteit onderzoekt slechts een deel van het onmetelijke 'Alles'. Het is een persoonlijke ervaring die steeds weer terug heeft geleid naar mijzelf. Ik de waarnemer van de twee krachten: yin en yang -en de ruimte daartussen-, die werkzaam zijn in mijn wereld. Het is een beschrijving van de persoonlijke zoektocht hoe om te gaan met voorkomende situaties in verandering. Elk nieuw idee is uiteindelijk altijd een nieuwe combinatie van twee bestaande zaken; dus geen tegenstelling maar een drie-eenheid van twee krachten en hun relatie.
Zonder de pretentie te hebben dat het zo omvattend is als de Tao Teh Ching heb ik het toch gewaagd om dit boek als leidraad te nemen. De verdeling is ook over 81 hoofdstukken. Veelal is dezelfde hoofdstukindeling gevolgd, slechts als dit te geforceerd was, zijn hier andere titels genomen.
Waarom dezelfde indeling? De Tao Teh Ching is holografisch van karakter: in elk hoofdstuk is het totaal te herkennen. In het Tao van Creativiteit herkende ik hetzelfde; uiteindelijk wijst elke manier van kijken naar dezelfde: ik dus.
Creativiteit is bewegen in de ruimte van het verschil tussen twee werkelijkheden. En dit wijst altijd naar mijzelf. Als anderen het fout doen, zoek ik bij mijzelf hoe ik ze het anders kan laten zien. Want alle mensen hebben universele kenmerken. Net zoals elke boom naar het licht toegroeit, zo wil ieder mens zich ontplooien. Hoe ik het ook bekijk, altijd ligt de mogelijkheid bij mijzelf. Ik ben zoals ieder ander, net zoals ieder boom is zoals elke andere boom. Toch zijn geen twee bomen hetzelfde.
Creativiteit
Klei wordt gevormd tot een kom,
wat niet is maakt de kom bruikbaar.
Ramen en deur worden uitgesneden,
wat niet is maakt een kamer bruikbaar.
Lao Tse
Creativiteit betekent niet zozeer dingen veroorzaken als wel laten gebeuren. Doordat we enerzijds onze kennis steeds verder uitbreiden en de geheimen van het fysische heelal aan de natuur kunnen ontrukken, werpen we anderzijds obstakels op. We blokkeren onszelf door de eenzijdigheid van ons verstand en de koelheid van ons hart. Zo verhinderen we misschien wel creativiteit.
We vergeten hoe we iets moeten laten gebeuren. creativiteit betekent midden op de weg lopen: het verleden je niet tegen laten houden en je ook niet naar de toekomst te haasten. De beelden van links (de buitenwereld) en van rechts (de innerlijke beelden) op je laten inwerken en aanwezig zijn bij het levende moment, waarop alle krachten elkaar ontmoeten. Op die zeldzame momenten als alle tegenpolen elkaar ontmoeten binnen iemand, het lichte zowel als het duistere, het goede en het slechte, het verstandelijke en het hart, het rationele en de verbeelding, rijpe wijsheid en kinderlijke verwondering, is er plaats voor creativiteit.
De favoriete metafoor van Lao Tze was het vacüum. De ruimte die geschapen wordt creërt mogelijkheden. Vacüum maakt alles mogelijk omdat het alles kan bevatten. creativiteit is zijn als een kom, wat niet is maakt hem bruikbaar.
Leren is een van de essentiële kenmerken van creativiteit. Het betekent accepteren dat er meer werkelijkheden zijn. Als ik persoon (=werkelijheid) A en persoon (=werkelijheid) B bij elkaar weet te brengen zodat er iets nieuws (nieuwe werkelijheid) is ontstaan is dat creatief. Het feit op zich misschien niet, het kan toeval zijn, maar de manieren waarop ik het bewust kan laten gebeuren vereist creativiteit. Angst overwinnen vereist ook creativiteit.
Verschillende werkelijkheden in en uit kunnen gaan betekent de mogelijkheid hebben om een creatieve synthese tot stand te brengen tussen wat er is en zo iets nieuw te creëren. Bijvoorbeeld je angsten bewust maken, is ze beheersen.
Het feit dat de mens de waargenomen wereld waarin hij moet leven creërt, is net zo zeker als dat God de wereld om ons heeft geschapen.
Edward de Bono, The Happiness Purpose
(terug naar begin)
Het Tao is een wijsgerig stelsel dat samen te vatten is als: Alles heeft met alles te maken. Alle materie en energie in het universum worden voortdurend getransformeerd door krachten van buitenaf. Aangezien de mens een natuurlijk wezen, wordt deze transformatie ook in haar/hem gereflecteerd. In de Taoïstische visie is het ontwikkelen van bewustzijn van de wetten van de natuur een belangrijk onderdeel van persoonlijke groei en ontplooiing van onze mogelijkheden. Ons handelen kan niet los worden gezien van onze omgeving. Ik op mijn weg beïnvloed mijn omgeving en mijn omgeving beïnvloedt mij.
creativiteit houdt zich bezig met de wijze waarop in mijn omgeving kan beïnvloeden. Meestal zal dit een indirecte weg zijn, omdat er anders een harde confrontatie ontstaat. En confrontatie leidt tot verstarring. Inzicht in de omgeving en flexibiliteit bij het handelen zijn dus eerste vereisten. Waar creativiteit ontstaat is op het verschil tussen wat is en wat het kan worden.
Zoek geen beroemdheid. Maak geen plannen.
Ga niet op in je activiteiten.
Denk niet dat je alles weet.
Wees bewust van alles wat er is en woon in het oneindige.
Ga daar waar geen pad is.
Wees alles wat de hemel je gegeven heeft, maar handel alsof je niets hebt gekregen.
De geest van de perfecte mens is als een spiegel. Het pakt niets vast.
Het verwacht niets.
Het reflecteert maar houdt niet vast.
Daarom kan de perfecte mens handelen zonder inspanning.
Chuang Tze
Tao (spreek uit Dao) wordt wel eens vertaald als weg. Het is echter meer. Het is de weg en alles daar omheen. In de Tao Teh Ching zegt Lao Tse daarover o.a. "Het Tao, dat gezegd kan worden, is niet het eeuwige Tao.De naam die genoemd kan worden is niet de enige naam."
In de Tao Teh Ching wordt geprobeerd het dualistische denken te doorbreken. Het dualistische denken stelt verschillende krachten of begrippen tegenover elkaar of kent ze een zelfstandige waarde toe. Daardoor ontstaat strijd. Er komen konflikten tussen links en rechts, oud en jong, blank en zwart, man en vrouw. Anders gezegd, het dualistische denken werkt verstarring in de hand. Zodra we aktief een standpunt innemen, een oordeel geven zitten we fout, want wat ons vandaag juist lijkt te helpen, werkt ons morgen tegen. Afstappen van dit dualistisch denken betekent accepteren dat Niets op zichzelf staat. Wat we waarnemen, voelen of denken is het spanningsveld tussen twee krachten, die zelf op de achtergrond blijven. In plaats van twee hebben we dus te maken met drie krachten.
De Boeddhist zegt hierover "neti neti": niet dit, niet dat. Ook het Zen-Boeddhisme zoekt altijd naar orignele manieren om de leerling te confronteren met uiterst dualistische en tegenstrijdige zaken, die toch weer tot eenheid moeten worden gebracht.
Toen de zenmonnik Joshu werd gevraagd of een hond de boeddha aard had, antwoorde hij met 'mu' Hij bedoelde daarmee dat zowel 'ja' als 'nee' incorrect zou zijn. Het onderwerp ontsteeg simpele ja- en nee-vragen. Mu is het verschil. Het betekent 'geen ding' of niet iets. Het wijst de weg naar een punt buiten het dualistische denken dat gericht is op de 'problemen'. In het verschil tussen gewenst en ongewenst liggen de mogelijkheden of uitdagingen. Mu betekent geen ja en geen nee.
Het Tao benadrukt de voortdurende verandering en gaat hier mee om op een niet intellectuele of analystische wijze. Het Westers denken gaat vooral uit van de analytisch georiënteerde linkerhersenhelft: een logische opbouw met aan het eind de konklusie. Het Oosterse denken schijnt eerder zijn oorsprong te vinden in de ruimtelijk georiënteerde rechterhersenhelft. Een zeer intuïtief proces, waarbij de subjectieve ervaring de leidraad is.
Zo'n krachtenspel vinden we binnen het individu: bijvoorbeeld in het spanningsveld tussen het beeld dat ik van mijzelf heb en mijn ideaal-beeld. We vinden het ook in de relatie van de mens tot zijn ouders, kinderen, vrienden, werkgever en werknemers. Het komt tot uiting in de wijze waarop ik omga met mijn fiets of auto, maar ook in mijn relatie met de kosmos.
We vinden het eveneens in elk begrip of begrippenpaar. We hebben twee oplossingen: de een is goed de ander slecht. 'Goed' en 'slecht' zijn mogelijk door het 'verschil' tussen beide. Vanuit dit verschil wordt de eene oplossing als goed beoordeeld en de ander als slecht. Vind ik nu een derde oplossing, die veel beter blijkt te zijn, dan is de 'goede' oplossing van zojuist 'slecht' geworden.
Het verschil maakt de benoeming van de tegenstelling mogelijk, of het verschil schept de tegenstelling. Het omgekeerde is echter even waar: de tegenstelling schept het verschil.
We hebben nu drie benamingen: goed, slecht en verschil. Als er één wegvalt, vallen ze allemaal weg. Ze roepen elkaar op, want zonder goede oplossing is er geen slechte en dus geen verschil. Licht is slechts zichtbaar door duisternis. Als er geen verschil was zouden beide er niet zijn.
De tegenstelling is dus ook geen scheiding maar een verbinding, ze zijn met elkaar verbonden. We hebben slechts een onderscheid gemaakt.
Alle dingen bevatten yin en houden zich aan yang. Hun vermengde invloed brengt harmonie.
Lao Tse
De tegenstelling (geschikt- ongeschikt, Yang - Yin) is te beschouwen als weerkaatsende grenzen van hetzelfde gebeuren, hol is de andere kant van bol. Alles verandert echter voortdurend (Je kunt maar éénmaal in dezelfde rivier stappen, want het water stroomt steeds verder.) en daardoor kent het leven geen vaste begrenzing. De drie-eenheid zal weer verdwijnen (de derde oplossing zal een nieuwe driehoek creëren) en hiervoor is 'leegte' vereist. In deze 'leegte' is dan weer de ruimte voor een nieuwe drie-eenheid. Dit komt doordat de samenstellende delen niet statisch zijn maar op elkaar inwerken, net zolang tot het verschil wegvalt.
Elke waarneming heeft dus een voorlopige functie. Het is een momentopname. De I Ching (het Taoïstische handboek voor verandering) zegt hierover:
"Daarom: water en vuur vullen elkaar aan. Donder en wind storen elkaar niet, de krachten van de berg en meer zijn met elkaar verbonden; zo is verandering en vervorming mogelijk en kunnen alle dingen worden voltooid."
Creativiteit werkt op het punt van ontmoeting en vindt plaats als er 'leegte' is ontstaan, waardoor er ruimte is voor een nieuwe (drie)eenheid. De verandering zal namelijk altijd doorgang vinden. Door eenzijdig en star te blijven in ons denken kunnen we dit niet tegenhouden. Alles wat we waarnemen of denken staat dus niet op zichzelf maar is een 'verschil'. We maken dit verschil zelf en mogen het dus ook weer zelf oplossen.
(terug naar begin)
Deze Tao van creativiteit probeert een creatieve synthese te bewerkstelligen.
Een synthese van verschillende, gevarieerde bewegingen; andere ideeën met een andere kijk op dezelfde zaken. Het wil hierover gedachten uitwisselen en de lezer uitnodigen een andere invalshoek in te nemen, waardoor iets anders gezien wordt . Door de onverwachte wendingen die de hoofdstukken hebben en hier met respect naar te kijken, komen er nieuwe onverwachte gezichtspunten naar voren. Die dan toegepast kunnen worden in de 'alledaagse' praktijk.
'Zoals ik elke dag denk, zo is mijn weg'
Sothitsu Sen
De kunst is onze geest stil te houden als daar beweging van buitenaf in komt.
Vergelijk de geest met een diep meer. Er gebeurt iets: een steen valt er in. De kunst is nu alert te zijn, maar niet mee te gaan met de beweging die de steen in het water veroorzaakt. Dit betekent onthouding: actief niets doen. Dit lijkt moeilijk en ingewikkeld, echter voor elk kind is dit de eenvoudigste zaak van de wereld; de baby kijkt zonder met de ogen te knipperen.
Tijdens ons opgroeien worden we steeds ingewikkelder. We hebben steeds meer in te vullen achter "Ik ben ....." Steeds meer wikkels, steeds complexer en ingewikkelder. Waar we behoefte aan hebben is 'ontwikkeling'. Het ontdoen van alle wikkels die de ware persoon verbergen.
Het einddoel is dan te kunnen zeggen "Ik ben." Dit betekent één zijn met de dingen die gebeuren, door je te onthouden van beweging. Het betekent ook "doen wat je doet", zonder bezig te zijn met wat er nog moet gebeuren of gebeurd is.
Het handelen gebeurt dan op eigen initiatief en niet als reactie op gebeurtenissen van buitenaf: d.w.z. vrijheid en onafhankelijkheid met verantwoordelijkheid en respekt voor wat is.
Dan pas kunnen we spreken van een werkelijke ontmoeting: het handelen ontdaan van 'moeten', het is dan 'willen'. We kunnen vrijmoedig handelen, we zijn vrij (want niets bepaalt ons handelen anders dan wijzelf) en dus moedig. Vrijmoedig zijn betekent aandacht geven aan onze onontwikkelde (=ingewikkelde) functies. Iets wat nog ingewikkeld is kan immers niet worden gebruikt .
"How can I go forward if I don't know which way I'm going? How can I give love if I've never had it?"
John Lennon in "How?"
(terug naar begin)
Belangrijk is hierbij te handelen met de juiste timing, op de juiste plaats en met kennis van de eigen maat.
Creatief handelen vereist energie of vitaliteit (vita= leven). Energie is ons gegeven bij de geboorte, de kunst is "te branden, zonder op te branden". Alles wat goed is geeft ons wederom energie ("Moe, maar voldaan.").
Een belangrijke vraag is dus: Hoe om te gaan met mijn energie. Dit is niet gemakkelijk omdat we slechts een deel van ons leven bewust zijn, o.a met de onderbrekingen van de nacht. Ons 'onbewuste' is echter een kontinu proces en altijd werkzaam. Bijvoorbeeld, 's nachts leveren onze dromen informatie uit dit onbewuste. Deze dromen kunnen van verschillende aard zijn: kompenserend, anticiperend, verwerkend, waarschuwend. In ieder geval is het belangrijk ze te kennen, omdat zij een belangrijk onderdeel van onze energiebron zijn. Wij leven 'bewust' zeker niet meer dan de helft van ons leven! Het niet gebruik maken van de informatie uit onze dromen betekent dat ons bewuste handelen beïnvloed zal zijn door iets wat we niet kennen. Een slechte, onprettige droom maakt onze dag beslist niet leuker. Het is belangrijk tijd en aandacht te geven aan de dromen en zo meer bewust en minder onbewust te handelen.
Het 'probleem', wat ik liever 'uitdaging' zou willen noemen, is echter dat onze omgeving veel 'belagers' in zich bergt die onze energie 'wegzuigen'. Dit kunnen medewerkers, collega's, bazen, etc. zijn, ieder doet op haar/zijn manier een poging om van onze energie gebruik te maken. Hierbij is het dus belangrijk om een strategie te bedenken hoe daar mee om te gaan. Niet het wat telt, maar het hoe, of waartoe leidt datgene wat we nu doen.
Veelal zijn we te snel geneigd te accepteren dat het hoort zoals het is of dat hier niets aan te doen is. Maar behalve dat we deel uitmaken van een realiteit, kunnen we die realiteit ook beïnvloeden.
Dit komt omdat we dikwijls 'abstract kijken'. Als we konkreet kijken proberen we ons te bevrijden van het filter dat we tussen ons en de rest van de wereld hebben. Concreet kijken heeft te maken met het stopzetten van het denken. Een denken dat vol herinnering is en het ons meestal moeilijk maakt de objectieve realiteit te zien. Ons is 'geleerd' alles op een bepaalde manier te zien.
Want weet je, vanaf het moment van onze geboorte vertellen de mensen ons dat de wereld zus en zus, zo en zo is, en natuurlijk hebben we geen andere keuze dan om de wereld te zien zoals de mensen ons dat verteld hebben.
C. Castenada, Journey to Ixtlan.
(terug naar begin)
C.G. Jung heeft zich ook met dit thema bezig gehouden. Hij verdeelt de perceptie in 2 manieren om de realiteit waar te nemen (waarneming-intuïtie)en 2 manieren om de realiteit te beoordelen (denken-voelen) . Hierbij zijn denken-voelen de rationele functies en waarneming-intuïtie de irrationele. Bovendien zijn ze niet zonder meer even gemakkelijk te ontwikkelen. Denken (het logische rationele proces) kan rechtstreeks worden ontwikkeld. Voelen echter kan slechts indirect gebeuren. Evenzo is het gesteld met waarneming: zintuigelijke waarneming kan worden geoefend, de intuïtie echter kan niet rechtstreeks worden ontwikkeld. Er is dus steeds een interactie. Bovendien heeft ieder individu een andere voorkeur ontwikkeld.
Aangezien bij ieder mens bepaalde functies dominant zijn, zal 'de objectieve realiteit' anders gezien worden. Afhankelijk van de persoonlijkheid ziet ieder mens vanuit een bepaalde 'natuurlijke voorkeur'. Om de objectieve realiteit te zien is kennis vereist van de eigen voorkeur. Wat we zien wordt bepaald door de wijze waarop de hersenen de gegevens ordenen. We kijken met onze ogen maar zien met onze hersenen. Afwijkingen van de verwachting kunnen en worden door de hersenen gecorrigeerd.
Creativeit ontstaat als er rust is en inzicht. Inzicht komt plotseling en is nooit het gevolg van een 'geleidelijke verandering'. Het is een flits die de bestaande ordening vernietigt . Dit veroorzaakt angst, we verliezen dan onze (gedachte) zekerheid. Alles blijkt anders te zijn.
Met die angst kunnen we omgaan door te doen wat we doen: Bij alle aktiviteiten de volledige aandacht geven aan datgene waar je mee bezig bent.
Dit maakt je vrij van 'tijd' (=de klok). Het is te vergelijken met 'bijna-dood' ervaringen en dromen. Zij spelen zich af buiten de dagelijkse tijd. Als we aandachtig bezig zijn verliezen we elk besef van tijd. Het stopt de 'innerlijke monoloog' en zet de wereld stil. Onze energie komt dan vrij en van wat we doen krijgen we ook energie. De innerlijke monoloog vertelt ons voortdurend dat we 'moeten opschieten', dat het 'niet zo gemakkelijk is', dat we 'op tijd klaar moeten zijn', etc. etc.
Het creatieve denken vereist dus passief zijn, maar actief kijken met een rustige, stille geest.
We worden ons dan meer bewust van wat weten, we 'zijn' dan. Een met datgene wat we doen.
De verborgen werkelijkheid, die nooit meteen zichtbaar is, geeft dan haar geheimen prijs en dit levert inzicht op. Dit inzicht kunnen we gebruiken voor het scheppen van de ruimte voor verandering.
(terug naar begin)
Als voorbeeld kunnen we eens kijken hoe dit gaat bij een opdracht, die ik krijg. Stel volgende week moet ik een lezing houden. Hoe leef ik dan in dit nu? De lezing is namelijk volgende week!
Een heel bekende methode is die van het 'zweetkamertje'. Niemand mag storen want ik werk hard aan mijn lezing. Ik wil het immrs goed doen en goed betekent dan hard werken. Behalve dat deze methode ongezond is, levert het dikwijls ook meer ongenoegen en wrijvingen op dan goed is voor de creativiteit.
We gaan dus onderzoeken hoe het anders en beter kan, want vooraleer we weten of iets goed gebeurt is het raadzaam je te verdiepen in hoe het kan.
Allereerst is er het accepteren van de opdracht en de analyse: Wat, wie, waarom, wanneer, welke en hoe: de beeldvorming.
Zoals in bovenstaand schema aangegeven is de analyse een convergent proces: uiteindelijk is precies duidelijk wat de bedoeling is. Hierna kan ik een planning maken, zo dat ik precies weet wanneer ik wat zal (en vooral kan) doen.
Als deze fase is afgesloten ben ik mij bewust van mijn opdracht. Aangezien het bewustzijn een discontinu proces is, maar het 'onbewuste' niet , zal ik hier onbewust aan door werken. Een zeer bijzondere eigenschap van de hersenen (de verborgen zijde van het bewustzijn!)
Dit kost geen extra energie, want mijn onderbewuste is altijd werkzaam. Door nu volledige aandacht te geven aan andere taken kan ik goed blijven functioneren; alles is immers vastgelegd of opgeslagen. Het bijzondere van dit onbewuste proces is dat tijdens andere werkzaamheden dikwijls bepaalde artikelen, mensen, etc. mijn aandacht zullen trekken, omdat zij iets met het onderwerp te maken hebben of zelfs dat dromen mij aanwijzingen geven.
Zo zal de 'inhoud' van de lezing zich geleidelijk vormen en op de geplande tijden kan ik die vastleggen.
Dit is dus een techniek om inspiratie op te doen. We zouden dit de "hier & nu" techniek kunnen noemen. Het is de meest fundamentele, omdat hier juist dat bereikt wordt wat alle technieken beogen: namelijk geestelijke rust om te kunnen putten uit onbewuste bronnen in onszelf.
We maken zo bijvoorbeeld de bij Synectics gebruikelijke excursies. De bedoeling van deze excursies is door uit de bestaande denkroutine te stappen , nieuwe ideeën te krijgen. Dezelfde manier of routine levert immers altijd hetzelfde op.
Ook passen we 'prikkelwoorden' toe (Random word provocation van De Bono); door met van alles bezig te zijn wat op onze weg komt ('at random') prikkelen we onze hersenen om te bedenken wat dit nu met onze lezing te maken zou kunnen hebben.
De "hier & nu" methode is de meest inventieve zoektocht die er bestaat en het leuke is dat je er niets voor hoeft te doen; je gebruikt immers wat er op je weg komt!
Dit verschijnsel noemde C.G. Jung synchroniciteit: een acausale samenloop van omstandigheden, die door interpretatie voor een bepaalde persoon betekenisvol wordt.
Het berust op het Taoïstische principe dat het Tao de allesverbindende energie noemt die in elk individu sluimerend aanwezig is. Deze kracht die Lao Tse Te noemt, ontstaat wanneer men zich bewust is van en afgestemd is op de krachten in de natuur (Tao). In de Tao Te Tjing beschrijft Lao Tse een systeem dat ons doet beseffen dat de natuur onveranderlijk haar koers volgt. Door hier in stilte en rust naar te kijken kunnen we begrijpen waarom en hoe de werkelijkheid funktioneert en waartoe dit kan leiden.
Of zoals Leonarido Da Vinci zei: Alles houdt verband met alles.
Wie is de gevangene, de spin of de vlieg?
Deze vraag belicht een andere moeilijkheid bij verandering, namelijk die van keuze. Paradoxaal genoeg is het de vlieg die in zekere zin kan 'kiezen', de spin is gebonden aan zijn web. Dit valt niet te veranderen. De keuze tot verandering zal altijd door een persoon zelf gemaakt moeten worden. We kunnen de ander slechts helpen door de perceptie te beïnvloeden. De ander veranderen betekent jezelf veranderen. Een andere positie innemen zal, indien de ander daar behoefte aan heeft, haar/hem uitnodigen anders te kijken. Als ik graag in Frankrijk op vakantie ga, zal ik mij ook inspannen om mij in het Frans verstaanbaar te maken. In zekere zin heeft dit te maken met macht; de macht van Frankrijk die ik toesta. Ik bepaal altijd zelf of ik dit wil of niet.
Alles ligt in de macht van de waarnemer.
Creatief zijn betekent ontvankelijk zijn.
Ontvankelijkheid ontstaat als ik in rust en stilte naar dingen kan kijken. Steeds weer ligt de oplossing niet buiten maar binnen onszelf of de situatie en kan een probleem zijn of vreugde geven.
Het zen-boeddhisme kent de overlevering van de Tien beelden van de stier, waarin de ontwikkelingsweg van een man verbeeld wordt als een serie ontmoetingen met een stier.
In het eerste beeld zoekt de man zijn verloren stier (instinct); in het tweede vindt hij de sporen van het stier; in het derde ontdekt hij de stier zelf; in het vierde grijpt hij de weerspanninge stier bij de horens; in het vijfde voert hij het nu volgzame beest met zich mee; in het zesde zit hij op de rug van het dier; in het zevende zien we de man mediteren, zonder dat de stier in de buurt is; in het achtste zijn zowel man als de stier verdwenen; in het negende is de man in rust en vrede teruggekeerd naar de plaats waar hij vandaan kwam. In het tiende zien we een subliem moment vastgelegd: de man trekt zijn gewone kleren aan en loopt de weg af, zonder dat iets (uiterlijk) hem na het bereiken van de staat van verlichting van de andere boeren onderscheidt. Maar vreugde en geluk begeleiden hem en alle bomen springen in volle bloei, als hij voorbijkomt.
Het omgaan met de abrupte, discontinue verandering betekent energie hebben (enthousiasme: Grieks= met god verbonden), vertrouwen in het eigen denken hebben (ontvankelijk zijn) en de macht als adviseur, leraar, ouder of kind gebruiken om vertrouwen te geven en waardigheid te hebben. Alles samen te vatten met het begrip respect (Latijn: respicere = kijken naar). Zo kan met de instabiliteit die verandering altijd in zich houdt , verlicht worden omgegaan en geeft verandering vreugde en creëren we geluk.
Hans Kokhuis
Eindhoven, mei 2001
(terug naar begin)
Voor eerste hoofdstukken: druk hier